vrijdag 12 november 2010

Verkenning materialen: tastspel

We kunnen hier hetzelfde principe toepassen als bij schoenenplezier, maar we gaan hier wel werken met de tast.

We maken een tafel met allerlei spulletjes op (balpennen, kastanjebolster, handdoeken, tafelnapjes, paperclips, boomschors, washandjes, knopen, legoblokjes, ...) waar je aan kan voelen.
Hiermee gaan we enkele opdrachten uitvoeren.


Dit is een overzicht van wat we gedaan hebben bij het tastspel:

Verkennen van materialen:

Opdracht 1: kies twee voorwerpen, voel goed aan deze voorwerpen en beschrijf ze.  

- Beschrijving Dominique: http://www.youtube.com/watch?v=n95wRjTYF34
- Beschrijving Renske: http://www.youtube.com/watch?v=s2g4VRCKF04


Dominique had een legoblokje in de hand genomen. Dit was glad langs de zijkanten en aan de bovenkant en onderkant waren er bobbeltjes en gaatjes om ze aan elkaar te kunnen vastmaken. Het tweede voorwerp was een post-it papiertje, dit was aan de ene kant zeer glad en aan de andere kant was er een plakstrookje.Sofie nam een houten plank, de plank was aan de ene kand glad en aan de andere kant ruw met gleuven in. Ze kon ook het weefsel en de structuur voelen van de houten plank. Verder had Sofie nog een knop, deze was klein, rond en met kleine gaatjes in. De knop was ook glad.
Jolien koos voor de bolster van een kastanje. Hier kan je enkel bij zeggen dat het vreselijk prikt. Haar andere voorwerp was een leeg wc-rolletje. Het plakte nogal omdat er lijmstrookjes zijn waar het papier normaal rond zit en het was ook wel zeer flexibel karton.
Renske koos voor een zakspiegeltje dat je kan openklappen. Het was aan beide kanten glad, maar de buitenkant had toch een andere structuur dan de binnenkant. De spiegel voelde koud aan. Het tweede voorwerp was een stuk boomschors. Dit was hard, vies, had ribbels en was oneffen. De binnenkant van de schors voelt iets zachter aan.
Siege nam een badhandoek die zeer zacht en aangenaam was om aan te voelen. Het andere voorwerp was schuurpapier. Het was aan de onderkant zeer zacht, maar aan de bovenkant was het schuurpapier echt zeer ruw en deed het pijn om het aan te raken.

Opdracht 2: Blindoekken.
We gaan om de beurt iemand van de groep blinddoeken, we geven deze persoon twee voorwerpen en hij/zij moet beschrijven, raden welke woorwerpen hij/zij in de hand krijgt.

Debbie kreeg een okkernoot in de handen gestopt. De omschrijving van de noot was iets rond, zacht en met twee scherpe puntjes. Het voelt ook aan als hout. Het tweede voorwerp is een wc-rolletje. Je kan je handen erin steken en het voelt als karton aan.

Siege kreeg een kastanje. De omschrijving was iets rond, zacht en met een ruw plekje. Het tweede voorwerp was een badmat, zeer zacht met enkele sliertjes aan.
Sofie had een keukenrol, rond, zacht en het plakte nog een beetje van het papier. Het andere voorwerp was een washandje. Het is iets zacht, je kan je hand erin steken en je gezicht ermee wassen

Je kan ook een voeldoos maken met twee gaten in de zijkant om je handen in te steken. We vragen twee personen die voor ons in de voeldoos een voorwerp moeten zoeken en vertellen wat er allemaal in de voeldoos zit.


 Deze voorwerpen zaten in de doos: een washandje, paperclip, kastanje, vork en een pen.

Enkele varianten met de voeldoos:
- Vul de doos met verschillende voorwerpen die bij elkaar kunnen horen zoals bijvoorbeeld: papier en pen, okkernoot en kastanje, mes en vork, … .
De bedoeling is dat de persoon die in de voeldoos voelt de combinaties kan voelen en eruit kan halen.


- Je kan ook de doos vullen met harde of zachte dingen. Je kan dan enkele personen vragen om de zachte en ruwe dingen te beschrijven en te raden.


- De vorige activiteit kan je ook doen met grote en kleine voorwerpen, zware of liechte voorwerpen. Dit is goed om het verschil in volumes te leren.

Laten we nog meer spelletjes spelen!!!

- Voelzakjes: maak verschillende voelzakjes, maar zorg wel dat je paren hebt (twee pennen, twee vorken, twee noten, ...)
De bedoeling van het spel is om in de voelzakjes te voelen en te vergelijken met je buur of je hetzelfde hebt. Vorm zoveel mogelijk paren (zelf hadden we gezorgd dat er vier paren waren).

- Voelzakjes: Hier is de bedoeling dat we hetzelfde doen als hierboven, maar nu mogen we niet in de zakjes voelen. We moeten de voorwerpen raden aan de hand van het betasten van het voelzakje. Indien iedereen denkt dat alle paren samen liggen, dan controleert één iemand of de paren juist zijn.


 
We kunnen ook nog met materiaal een voelparcour voor de voeten op de grond maken.
De bedoeling hiervan is dat iedereen het parcour aflegt en vertelt wat hij/zij voelt en ervaart.


 
Vervolgens kan je ook een parcour maken op de grond dat je geblinddoekt moet afleegen. Je mag je handen en voeten gebruiken om te voelen. Ook hier zeg je wat je voelt en ervaart.
Iedereen genoot van deze activiteit.


 
We kunnen natuurlijk ook nog enkele varianten verzinnen op deze activiteit:

Parcour voor je knieën:
 als afwisseling kunnen we een parcour afleggen op de knieën. We kunnen dan ook vergelijken wat het aangenaamst is: voelen met de voeten of de knieën.

- Sorteren van materialen volgens eigen gevoel: de groep geeft iemand materialen in de handen en dat mag deze persoon de materialen sorteren volgens bijvoorbeeld hardheid, zachtheid, grootte, ruwheid, ...


Laten we het thema tastspel eens samenbrengen met het thema Sinterklaas.
We kunnen onmiddellijk enkele opdrachten verzinnen:

- De baard van Sinterklaas:
verschillende materialen samen leggen en de kinderen laten voelen en raden hoe de baard van Sinterklaas voelt (eerst uitleggen hoe de baard voelt alvorens deze activiteit uit te voeren)


- Sinterklaas aankleden: materialen bespreken en kiezen waarmee je de Sint zou aankleden

-Inpakpapier: welke materialen kan je gebruiken om iets mee in te pakken?

-  Kadootjes inpakken: verschillende materialen laten inpakken

- Staf van Sinterklaas: maken met wc-rolletjes en voelen

- Pakjes in de zak van zwarte Piet: kinderen laten voelen of de pakjes groot, klein, lang, kort, enz. zijn.
Uitwerking activiteiten de baard van Sinterklaas en pakjes in de zak van zwarte Piet.

- Baard van Sinterklaas
Benodigdheden: verschillende zachte en ruwe stofjes en een baard van Sinterklaas (om de vooruitleg te geven). De beste vergelijking: een zachte handdoek.

Laat twee kleuters voelen en vertellen wat ze doen en voelen.
Vraag de hele groep hoe zij denken dat een baard voelt en welke stof volgens hun het meest vergelijkbaar is met de baard van Sinterklaas.

Je kan deze opdracht wel niet met de hele groep doen. Maak groepjes van 4 à 6 kleuters en laat ze per twee voelen aan de materialen.


 
- Pakjes in de zak van zwarte piet
Benodigdheden: dozen in allerlei formaten (groot, klein, lang, kort, zwaar, zacht), een grote zak, een prent van Sinterklaas en zwarte Piet om op de zak te naaien en pak ze in met krantenpapier of cadeaupapier.

De kinderen gaan mooi in een kring zitten en de kleuterleidster gaat eens rond met de zak. Ze er alleen voor zorgen dat ze iets meer pakjes heeft dan kleuters anders hebben de laatste kleuters geen keuze meer.

Eventueel vragen wat ze voelen en wat ze denken dat het is voor ze hun keuze maken. Ook nog vragen of ze zeker zijn van hun keuze.
Maak de kleuters ook duidelijk dat ze niet meer van pakje kunnen veranderen eens ze het uit de zak hebben genomen. 


 
Nu we toch bezig zijn met voelen, hebben we nog enkele leuke opdrachtjes.
Het enige wat je nodig hebt is een doos met aan de twee zijkanten een gat in waar je hand in kan en de spullen die op de tafel liggen.

- Voeldoos: haal het gevraagde voorwerp uit de voeldoos.
 


Dit spel wordt gespeeld met Dominique en Sofie.
Dominique werd gevraag om een paperclip te zoeken tussen al het materiaal in de voeldoos en Sofie moest een kastanje zoeken.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten